Lees de verhalen en verzamel ze allemaal.
En als je deze bladen uitprint, dan kan je ze ook nog inkleuren (maar dat hoeft niet hoor)

 

 

Oren heb je om te horen,

ogen heb je om te zien.

Op je vingers kun je tellen :

twee plus 3 plus vijf is....tien.

 

Voeten heb je om te lopen,

om te voelen waar je staat.

Om te rennen, om te dansen,

om te stampen in de maat.

 

Met je handen kun je grijpen

in het trommeltje met drop.

En je mond eet al die dropjes

in een ommezientje op.

 

Kauwen doe je met je kiezen, 

zitten doe je op je krent.

En je hart is om te voelen

of je blij of droevig bent.

 

Wie zijn mond niet wil gebruiken,

wie zijn voeten niet laat gaan,

nooit zijn handen vies wil maken,

heeft geen been om op te staan.

 

Wie zijn oren niet laat horen,

wie zijn ogen liever sluit. 

die komt nooit een stap vooruit.

 

                 Nog even een paar moppen

 

                            Pannenkoeken

Hoeveel pannenkoeken kun je eten op een lege maag?

Meer één hap, dan is je maag niet meer leeg.

 

 

Hoe je er neemt, hoe meer je achterlaat. Wat is het?

 

voetstappen.

 

Waarom zit er een stuur op je fiets?

Dan hoef je de bel niet niet vast te houden.